‘Horktest’ voor artsen
Nooit meer een botte, ongeïnteresseerde arts aan je bed. Alleen maar empathische, vriendelijke lieden die snappen wat het is om ziek te zijn. Wat een heerlijk vooruitzicht. Tenminste als je in het Erasmus Medisch Centrum belandt, waar veel aan de Rotterdamse universiteit opgeleide artsen werken. In andere ziekenhuizen blijft de kans op hufterige artsen groot.
“‘Horktest’ voor artsen in de dop is griezelig en heilloos” is een artikel van Aleid Truijens in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. Naast de ethische implicaties stelt zij terecht de vraag naar validiteit ervan. Nog daargelaten de stigmatiserende werking van zo’n test wanneer je toch nog niet geheel het empatische wonderkind bent dat mag komen studeren.
De horktest van het EMC is natuurlijk geheel in lijn met de opvatting dat je al heel jong moet weten wat je wilt met je leven. Dit om te voorkomen dat het onderwijssysteem rekening houdt met de student in plaats van andersom. Peroonlijk was ik pas rond mijn 25e klaar om een wetenschappelijke studie te beginnen. Ieder mens heeft een persoonlijke ontwikkelingscurve afhankelijk van vele omstandigheden. Ik weet niet of het nu nog zo gemakkelijk is om op latere leeftijd een studie te beginnen, maar voor mij gold een Colloquiem Doctum waarbij engels en wiskunde werden getoetst. Op latere leeftijd ben je ook in staat door andere ogen naar het wetenschappelijke wereldje te kijken en je af te vragen of je daar nu wel in thuishoort. Zo goed als je moet kunnen afwegen of het doorgaans zware artsenberoep wel voor voor jou is weggelegd.
Inmiddels moeten we toch wel weten dat individueel verantwoord beslissen en denken door een redelijk ontwikkeld Ego pas zo eind twintig valt te verwachten. Tenminste als we willen dat iemand naast kennis ook het nodige inzicht heeft verworven. Wat empatie betreft, ik ken mensen die niet door de Turingtest zouden komen.