Zuidse boerin,

Mijn enige vriendin
Weelderige zuidse boerin
Gelijkt de jouwe meer op mijn zin
Ik duik er bovenop, ik ga overal op in

Ik weet mijn jeugd is eer
nabij einde dan begin
Wat dwingt mij dan dat ik jouw jeugd bemin ?
En ik mij na elke aarzeling op hartstocht bezin ?

Heb ik hier of daar
mijn eigen hand wel in ?
Ben ik meester van boos gewin ?
Wanneer ik schaamteloos je onverdiende schulden in ?

Wat wil ik van je mond
Dat niet ook mijn oor verstaat ?
Ben ik man of toch nog kind
Wanneer ik vreemd verlangen in je lichaam vind ?

Wanneer ik in gedachten
Weer eens bij je ben
Hoe wil je dan dat ik je ontmoet ?
In je werkkleding of in je kanten ondergoed ?

Er is geen antwoord dat ik liever wens
Er is geen vraag tussen jou en mij
Want je bent mijn enige vriendin
Mijn zuidse boerin.

Amsterdam, 15 september 2002