Flexibilisering van de arbeid
Er waait al jaren een gure wind door werkend Nederland en wat voert die wind tot ons? Flexibilisering van de arbeid. Zelden heb ik knapper verpakt misbruik gezien van macht dan die uitgeoefend door middel van flexibilisering van arbeid. In een blog van Raet lees ik het volgende “De verwachting is dat in 2020 gemiddeld één op de drie werknemers zzp’er, uitzend- of oproepkracht is”. De verwachting is er zo stelt men op grond van de eisen die de “markt” stelt aan bedrijven om het hoofd boven water te kunnen houden. Er is behoefte aan een flexibele schil. Natuurlijk staat dit haaks op wat werknemers graag willen, namelijk gewoon een vast contract (80 % van de ondervraagden).
Inmiddels zijn wij er achter dat werkende mensen niet meer alleen ziek zijn omdat zij fysieke problemen hebben, door een griepje of een ongelukje. Neen, het grootste deel van de zieke medewerkers heeft stress. De overheid vindt dat er een cultuuromslag moet plaatsvinden bij werkgevers en werknemers. Een medewerker, volgens FNV/Menzys moet eerder aangeven dat de werkdruk te hoog is. En dit staat weer haaks op het verkrijgen van een vast contract. Is het ver gezocht om te denken dat je het in eerste instantie te druk hebt omdat een werkgever te weinig mensen heeft aangenomen, of… dat je je mond houd om niet de indruk te wekken dat je je werk niet aan kunt? Wie is er hier nou gek?
Van de website van Raet (zie de link boven) is een volledig onderzoek te downloaden waarin alle aspecten van flexibel werken belicht worden. Hierin wordt vanzelf ook aandacht gegeven aan de vraag waarom medewerkers zelf er een voorkeur voor zouden hebben. Ik denk zomaar dat men zich een al te rooskleurige voorstelling maakt van zelfstandigheid. Wat ik er bijvoorbeeld niet in lees is hoe gemakkelijk het is geregeld voor de ZZP-er die arbeidsongeschikt wordt of zich daartegen wil verzekeren.